zondag 29 november 2015

Ongerijmd

Schemer en regen, alweer. Op de Voorstraat loopt een lange magere man. Te grote spijkerbroek, windjack, lompe grote witte sportschoenen. Opgenaaide tred, zich de gangsterkoning van de straat wanend. Bij iedere stap veren zijn schouders mee. Zo af en toe gaat zijn gang over in een ongecoördineerd soort dans van grote slingerbewegingen. Hij raakt even van de stoep. Een meisje met een grote capuchon wijkt uit en fietst in een boogje om hem heen - beiden onverstoord.

Achter de langgerekte ramen van The Village drinken meisjes met brillen, grote vesten en tot bovenaan dichtgeknoopte blousejes koffie. Het ziet er een beetje serieus en geslachtsloos uit. Een voor de regen schuilende man met een stoppelbaardje en een muts zit op zijn hurken in een portiekje en neemt een eindeloos lange teug van zijn joint. Hij knijpt er zijn ogen bij tot kleine spleetjes.

Thuis probeer ik het nog eens met de krant. Vluchtelingen, kritiek, analyses. Het gaat goed met de verkoop van reddingsvesten aan de Turkse kust. Demonstrerende schoenen in Parijs. Ik denk weer even terug aan het Franse meisje met een Nederlandse kennis, die voor de Correspondent een artikel over haar schreef. Ze had de aanslagen overleefd, maar een handjevol vrienden verloren.

Verder schil ik aardappels, bereid ik een college voor en vraag ik me af wanneer ik voor het laatst in de sportschool was. Ik weet het niet meer precies, maar het was toen ik twee meisjes met allebei felroze Nikes na de les hoorde kletsen. 'Hee, maar daar kan jij toch niks aan doen joh, dat je geen Facebook-likes op die ene post kreeg?' zei het ene meisje tegen het andere.

zondag 15 november 2015

Ontnuchtering

In stilte liepen we terug naar onze fietsen. Het was nog vroeg, maar al donker. Er zat een schitterende, trieste en bedwelmende traagheid in de film, waardoor ik ook het fietsritje naar huis als onderdeel van de voorstelling beleefde. Het was allemaal precair als een zeepbel natuurlijk, die veel sneller werd doorgeprikt dan me lief was. Zodra ik me van de roes bewust was, kon ze onmogelijk nog stand houden - ook al probeerde ik het wel. In elk geval moest ik roerloos de stilte bewaren en al mijn zintuigen open zetten, ongeveer zoals ik me half vergeten dromen probeer te herinneren.

Het mislukte, maar ik fopte mezelf. In plaats van te worden bevangen door schoonheid, zocht ik ernaar. Het was potsierlijk eigenlijk, maar toch een geinig spelletje. Een dor blaadje dat twijfelend door een zuchtje wind over de klinkers schoof. Nat asfalt dat glinsterde onder straatlantaarns. Piano's, strijkers en een loepzuiver uithalende sopraan klonken nog door in mijn hoofd, waardoor er zelfs om de bus met in- en uitcheckende mensen een zweem van magie hing. Een tafereel waarin Betekenis besloten lag, slechts voor uitverkorenen (zoals ik) te doorgronden.

Ik hoopte vurig dat mij een levensveranderend inzicht kwam aanwaaien, of ten minste een originele gedachte - maar het bleef krekelstil. In- en uitcheckende mensen bleken gewoon in- en uitcheckende mensen. Het spel was uitgespeeld. Een kleine teleurstelling die ook opluchtte. Ik vroeg mijn vriendin hoe zij de film vond en vergaf mezelf dat ik er eigenlijk de helft niet van begrepen had.

dinsdag 10 november 2015

After the storm*

*Mumford & Sons

Maanden waren alweer verstreken sinds de laatste keer dat ik deze route had afgelegd. Al jarenlang kwam ik hier misschien twee, drie keer per jaar. Als ik hier dan eindelijk weer eens was, had het altijd dezelfde reden: haar zien. Ik werd blij van deze Vinexwijk, die me herinnerde aan haar en opnieuw de herontmoeting beloofde. Hoe weinig ik haar zie is omgekeerd evenredig aan hoeveel ik van haar hou. Dat kan blijkbaar.

Haar jongste begroette me door het kiertje van de brievenbus, die hij open en dicht klepperde. Twee prachtige blauwe ogen twinkelden door het gleufje. Later lieten ze me hun Transformers zien en vertelden ze wat ze later willen worden (brandweerman, kapitein en bioloog). De oudste heeft net leren lezen en las ons voor. K-i-p. Kip. Hij schaterlachte om de mop die hij ons over de kip voorlas. Zijn broertje ook. Moeiteloos openden ze onze harten. Ik genoot toen ze later beiden op mijn schoot zaten en over zichzelf struikelend van enthousiasme hun dierenplaatjes lieten zien, met Freek Vonk als hun absolute held. 

Na de thee dronken we wijn. We lieten haar mannen thuis en zoenden hen gedag. Met zijn tweeën verruilden we haar huis voor een restaurantje in de binnenstad. Meer wijn. We kletsten luchtig en ernstig, aten, lachten, dronken en pinkten traantjes weg, filosofeerden, deelden, proostten. In al haar oprechtheid opperde ze dat ik me ook eens zou kunnen inschrijven bij een Christelijke datingsite ('Funky Fish') (OMG) en toen ik daarop over tafel hing van het lachen, was ze niet ook maar een beetje verongelijkt. 

Door haar leerde ik opnieuw dat niemand gevrijwaard blijft van bagger en ellende, ongeacht de stelligheid waarmee ik totaal misplaatst had volgehouden dat Geluk uitsluitend De Anderen toescheen. De Anderen - dat waren mensen met relaties, verkering en een wervelend seksleven, gezinnen en koophuizen. In dit scenario lag voor mij een toekomst besloten als kattenvrouwtje, 'vrijgezellige tante', 'huisvriendin' van gesettelde vrienden, ofwel onuitgesproken blok aan ieders been. Goedbedoelde koppelpogingen hadden ze al jaren geleden opgegeven, net als het voorzichtig aan de kaak stellen van mijn tanende zelfzorg en toegenomen lichaamsgewicht. Ze zouden een whatsappgroep hebben zonder mij, waarin verzucht werd van 'wie neemt Floor met de kerst dit jaar' - en daar achter een rollende ogen smiley. 

Bij wijze van tegenreactie op dit angstaanjagende schrikbeeld klampte ik me vast aan de mogelijkheid van een ander vooruitzicht, met uitsluitende en uitvergrote trots op mijn zelf verworven autonomie en vrijheid. Níemand had ik nodig. Ik dacht aan de loners uit de film The Lobster. Ik, Floor, als icoon van de Vrijgevochten Vrouw - Cisca Dresselhuys en Margriet van der Linden mijlenver achter mij latend. Heleen Mees zou mij voor de zoveelste keer in tranen opbellen vanuit New York, pruilend over glazen plafonds en eenzaam aan de top. Ik zou verzuchten dat ze zich voor één keer eens niet zo aan moest stellen en daarna mijn PA ontslaan, want hoezo had Heleen mijn nummer weer? 

Ik liet het gevreesde schrikbeeld en de gekoesterde trots eens een klein eindje vieren en luisterde waar het wrong. Zoals koude wintervingers tintelend opwarmen, verzachtte wat sneed naar een draagbaar verdrietje. Ik dacht aan Johan Cruijff en begreep weer dat alles een keerzijde heeft. Geen man, kind, carrière of koophuis zou me ooit ook maar iets gaan besparen. Welke wending mijn leven ook zou nemen - ik zou hoe dan ook genieten, koesteren, missen, streven en tekortschieten, winnen, verliezen en steeds opnieuw beginnen. 

En toen, lieve mensen, werd alles weer ruimer, dieper, groter en lichter - en werd ik weer nieuwsgierig.


maandag 2 november 2015

Wat aan het schilderen vooraf ging

Terwijl ik in het donker, koud en hongerig naar huis liep - had ik opnieuw een goede reden bedacht om pas morgen te gaan sporten. Vandaag moest ik een wasje draaien en bovendien was ik zaterdag nog geweest, dus dinsdag was op tijd genoeg. Aan de andere kant vond ik mezelf slap en voelde ik me schuldig.

Ik was boos op mezelf en daarna boos op mezelf omdat ik weer eens boos was op mezelf, nadat ik de ganse werkdag had besteed aan mensen bijstaan mild voor zichzelf te zijn. Daar was ik ook boos over. Practice what you preach Floor, kom op nou.

Hoe kwam ik hier nou toch uit? Ik had de laatste weken de mondhoeken vaak hangen, gemopperd, gepiekerd, gescholden, geknokt. Uitwegen gezocht en niet gevonden. Ik kieperde afhaaleten op mijn bord en zette mijn laptop aan. Las wat Elizabeth Gilbert op Facebook over zelfliefde te vertellen had. Het hielp een beetje. Ik kende ook die andere manier waarop je ook met jezelf kon praten - in plaats van de zure pruim in afwisseling met de geslagen hond.

Ik keek online wat filmpjes van Oprah en Dr. Phil. Werd herinnerd aan het belang van een 'defined image' van hetgeen waaraan ik me moest verbinden. 'You got to commit to something, and that's the horse ye're gonna ride.' Daarna nog een paar oneliners:

'Play Big'
'Always have a plan'
'Know WHO you ARE!  You have GOT to find out WHO you ARE. That's critical.'

En terwijl ik een eindje verder in mijn bami prikte en Oprah grapjes maakte met dr. Phil (Over Texas en iets met 'You can't ride two horses with one butt') sloop twijfel mijn binnenste in en verspreidde zich als een olievlek. Speelde ik 'het' wel 'groot'? Wat was eigenlijk in Godsnaam mijn plán? En had ik wel de enige notie van WIE ik WERKELIJK was? Ik had geen idee. Ik voelde me bevend als een riet voor mijn eigen strenge jury staan. Ik zag mezelf hulpeloos en met onvaste stem iets pruttelen, terwijl van tevoren vaststond dat wat ik in te brengen had harteloos met de grond gelijk gemaakt werd. Hoe had ik me hier überhaupt durven vertonen? Wie dacht ik wel niet dat ik wás? HA!

Toen ik daarna een andere toonaangevende gast van Oprah hoorde verklaren dat succes niet volgens een rechte lijn omhoog liep, maar langs pieken en dalen, vergezeld met een vinger die in de lucht een golfbeweging tekende, vond ik het wel mooi geweest.

Ik liet Oprah, haar gasten, het totale gebrek aan een plan, alle pogingen tot zelfdefiniëring en de onverbiddelijke kritiek daarop voor wat ze waren. Ik vond het wel gescheten. Zette theewater en muziek op en ging eens oefenen met schilderen. Ik had nieuwe penselen gekocht. Vond ik leuk.