zondag 23 november 2008

zaterdag 22 november 2008

Stoere psych in spe

Ooow mèèèn ik wou dat ík het bedacht had gisteren. Zo treffend zei ze het en zo roerend waren we het met haar eens. Ze vroeg: ‘en weet je waar ik echt helemáál niet goed van word?’ – het ging over psychologen- en vrouwenstokpaardjes – ‘wat ze op mijn stageplaats ook állemaal heel vaak zeggen?’ en ik dacht – nu komt er iets over ‘een stukje onzekerheid’ of zoiets, maar ze overtrof mijn verwachtingen en zei:

‘Het Mag Er Zijn’.

Hierop ontstond een feest der herkenning en antwoordden wij van ‘jaaaaaa!!!!’ en ‘inderdááááád’ en ‘dat kan èècht niet!’ – waarna ik bij mijzelf angstvallig te rade ging of ik mij hier ook niet ooit schuldig aan had gemaakt. Bij die gedachte sprongen mijn nekharen recht overeind en gauw spoelde ik een braakneiging weg met een flinke slok bier. Bier! Dat zal ze leren.

woensdag 19 november 2008

Koffiepauze

In plaats van de studeerplekken met als enige stilteonderbreking een telefoon op trilstand, koos ik voor de koffiebar van de universiteitsbibliotheek. In de eerste instantie alleen voor een ochtendcappuccino, later besloot ik er te blijven. Artikelen erbij, tekstmarker in de aanslag en hupsakee. Ik vond mijzelf vrij sophisticated. Verbaasde me erover dat het lukte, met deze kakofonie aan stemmen (Amy Winehouse incluis) en het sissen van de koffieautomaat bij het opschuimen en verwarmen van de melk.

De hele dag zat ik er. En de volgende dag opnieuw. Links en rechts van mij was het een komen en gaan van koffie drinkende mensen. Sommigen bleven langer dan anderen.

Links zat een jongen met tegenover zich twee meisjes. ‘Word je dan boos, verdrietig, of …?’ vroeg één van de meisjes hem. Ze zat – net als het andere meisje – op het puntje van haar stoel, voorover gebogen naar de jongen toe. Ik vermoed dat ze ervan genoten met de jongen over Zijn Gevoelens te praten. De jongen mompelde wat. ‘Staat het dan tussen jullie in, of sta je nog wel open voor een gesprek met haar?’ vroeg het andere meisje, terwijl haar ogen hem onderzoekend aankeken. Ze aaide over zijn bovenarm. Het andere meisje volgde haar voorbeeld en aaide zijn andere bovenarm. ‘Ik denk echt dat je trouw moet blijven aan hoe je jezelf voelt’ – zei ze. ‘Ja ik weet niet.’ zei de jongen. Hij zuchtte en dronk een laatste slok van zijn koffie die al op was. Hij trok zijn jas aan. Een beetje teleurgesteld zakten de meisjes weer terug in hun stoel. De jongen vertrok en de meisjes praatten nog wat na over wat de jongen voelde en dat het ook niet makkelijk was, maar dat het goed was voor hem om zich te uiten.

‘Blahblahblah’ dacht ik en keerde terug naar mijn tekst. Hier een daar maakte ik gele strepen en schreef ik wat in de kantlijn. Toen om 17u Amy Winehouse nog een tandje harder ging en de koffieautomaten werden schoongemaakt, vond ik dat het tijd was om te gaan.

donderdag 13 november 2008

Hetty en Harm-Jan /2

Wat eraan vooraf ging.

Als toeval bestaat, kwam het daardoor dat ik vanmorgen weer aanbelde bij Harm-Jan. Hetty was er ook weer en bij de koffie gebeurde het. Zij ogen twinkelden, Harm-Jan liep weg en ik vermoedde dat hij iets in zijn schild voerde. Ik was nieuwsgierig en vroeg: ‘waar ga jij nou heen, moeten we zonder jou gaan koffie drinken?’ Hij lachte en riep: ‘Nee! Ik ga een artikel pakken. Voor jou! Heb ik zelf geschreven!’ en hij wees naar mij. Ik verheugde me.

Hij kwam terug met twee A4 getypt in Courier New. Voorzien van onderstreepte tussenkopjes – die daardoor het meest in het oog sprongen en als eerste mijn aandacht opeisten. Ik las inleiding, dromen, jaloezie en conclusie. ‘Het is geen vrolijk stuk’, waarschuwde Harm Jan me. Ik begon te lezen en verwonderde mij opnieuw over de intelligentie waarover hij moest beschikken.

Het was geen beklag tegen de zorg, zo begon het – want daar was hij blij mee en daar maakte hij dankbaar gebruik van. Het was een stuk over dromen over een beroep als sportleraar en hoe de werkelijkheid je wekt met het besef dat het er niet in zit. Een stuk over jaloezie die je voelt bij de aanblik van anderen die het wel kunnen en hebben. Over de wens om dood te gaan en het noodzakelijke proces van acceptatie. Over mensen die je niet accepteren als je er ‘zo’ uitziet.

Dit ging over hem en kwam uit zijn hart. Geschreven met een bewustzijn van heb ik jou daar. En des te schrijnender het gevangenschap van de lichamelijke beperking – denk ik dan. (Is dat zo?) Het was te makkelijk om te zeggen ‘kijk eens naar wat je (wel) kan’, want de pijn was zo goed voor te stellen en niet te ontkennen. Toch wezen Hetty en ik hem op zijn schrijftalent. Ik vroeg naar de dromen en hij fantaseerde over een hoogleraarschap en promoveren op de ontwikkeling van een geschikte zwemmethodiek voor kinderen. Hierop schaterlachte hij, héél hard. Het ontroerde mij, want ik wist zeker dat het waar was.

maandag 10 november 2008

Valse belofte

Floor, waarom ruim je nou die pindakaaspot niet op?
Omdat ik daar niet aan had gedacht. Ik vind dat trouwens helemaal geen leuke vraag.
Hoezo, ik vraag het toch heel vriendelijk?
Ja, maar je kan er nooit een goed antwoord op geven.
O. Ruim je in het vervolg de pindakaas even achter je op?
Ja, oké.
Jaja. Dat heb je al zo vaak beloofd.