donderdag 30 april 2009

Nieuw leven

'Het is begonnen, wij gaan naar het ziekenhuis' - smste oma om 5.34 uur. Er volgden telefoontjes en smsjes: 'Wij zijn er al, welke trein neem jij?'

Onderweg naar het station was ze al geboren.
'54 centimeter en négen pond!' riep opa trots aan de telefoon.
'Wauw! Is dat zwaar?'
'Ja, ze is flink hoor!'

Drie uur en twee balies verder volgden eindelijk de laatste meters. Een nìchtje! Ik kneep nog even in mijn arm. Eenmaal de laatste hoek om verzachtte mijn pas, want wat stampten deze laarzen hard.

Eerst zag ik hem. Daar kwamen de tranen al. Een stevige knuffel. Dikke zoen voor mama, met de kleine in haar armen. Zachtjes aaien over perzikzachte bolle wangetjes. 'Wil je haar even vasthouden?'

We aten tompoucen en praatten zachtjes. 'Moet je die nágeltjes zien.' Wat een sterke, lieve moeder. En wat een wolk van een kind. Ze is pràchtig!

zaterdag 25 april 2009

Zaterdag

Eén van de laatste stukjes die ik las van Martin Bril, ging over de kunst van het genieten van de zaterdag en het veroveren van een plekje op het terras. Vandaag vond ik er één, in de schaduw weliswaar. Ik dacht dus aan Martin Bril, toen ik neerstreek met mijn krant tussen het geroezemoes – maar voor het eerst las ik zijn column niet meer. Ik was er eerder deze week al steeds een beetje treurig van.

Maar eerlijk gezegd was ik ook weer niet zó droevig, dat ik er maar aan bleef denken. Dat had ik alleen tijdens en vlak na de speciale uitzending van DWDD. Toen moest ik ook echt even huilen. Net als Jan Mulder en Bart Chabot. En als we Joost Zwagerman moeten geloven, huilde de rotonde in Hoogeveen ook mee.

Ik bleef er dus niet in hangen, in dat treurige. In plaats daarvan, was ik vanmiddag meer met mezelf bezig – op dat terras met die krant. Ik was zelfs zó over mezelf aan het nadenken, dat ik me bijna niet meer op de krant kon concentreren. Ik kon alleen maar denken van 'wat te gek dat ik dit doe, zo in mijn eentje.'

Toen kwam er een oude man. Hij nam naast mij plaats, een stoel tussen ons in. Even later vroeg hij of hij ook een katern mocht lenen. We zwegen weer en lazen. Ik dronk inmiddels thee en hij dronk koffie.

‘Wat studeer je?’ vroeg hij na een minuut of twintig. Later bleek het zijn enige vraag te zijn geweest. Hij vertelde en vertelde en vertelde. Gelukkig waren het mooie verhalen, hoewel er af en toe geen touw aan vast te knopen was. Een gepensioneerde psychiater, die zichzelf als arrogant en bekakt omschreef, veel vloekte, er keurig uitzag. Zijn manier van praten deed denken aan het polygoon journaal, los van het vloeken dan.

Na nog eens een half uur en twee kopjes thee en koffie later, vertrok hij weer. ‘Je bent de eerste tegen wie ik in drie maanden weer praat’ – zei hij. ‘Ik kom hier altijd om alleen te zitten, meestal aan een tafeltje in de hoek. Maar je straalde iets opens en uitnodigends uit.’ Ik was gevleid.

Hij vroeg of ik om tactische redenen nog een minuut of vijf wilde blijven zitten, want wat zouden anders de mensen denken. Hij verdween de hoek om en ik begon aan de Volkskrant Magazine. Wat een prachtig leven zo, zelfs zonder de column van Martin Bril.

zondag 19 april 2009

Tweede rangs

Ze zei: 'Herken je dat?'
Een vragende blik.
'Ja, dat het leven je zo verschoten voorkomt', legde ze uit - 'ontdaan van iedere glans?'
'Een beetje zoals na zestien wasbeurten zonder Dreft?'
'Já! Ja, zo!' en ze voelde denk ik dat het veilig was, dus het hek was van de dam. Daar ging ze:

'Dat anderen je inhalen! Een rijker, mooier, beter, spannender leven leiden dan jij. Alsof jouw leven een slechte B-versie is van dat van anderen. Een slap aftreksel, zoals studentenverenigingen dat zijn van het traditionele studentencorps. Zoals Utrecht het wereldse en de sex-appeal mist, die Amsterdam zo kenmerkt.'

Even zwegen ze.
Het bleek de stilte voor een kleine storm, want ze vervolgde:

'Dat alles wat je doet opeens zo doorsnee is. Dat je opeens inziet dat al je kleren echt geen mooie basics zijn, maar gewoon saai en en suf en kleurloos! Dat iedereen om je heen een huis heeft en jij nog in een studentenkamer woont. Je kent de yuppen, maar bent er geen. Dat je vrienden je hun updates geven over het laatste weekend: een uit de hand gelopen vrijdagmiddagborrel, een dronken 'wil-je-terug-sms' van (nooit áán!) een ex, boottochtjes met vrienden, en dat je het al benauwd krijgt, omdat het zometeen jouw beurt is om er tegenop te bieden en het enige wat je meemaakte een bezoek aan Intratuin was, voor een nieuwe pot op je balkon. En dat je de rest van de dag aan je kont hebt gekrabt en opnieuw verzuimde de prullenbak te legen, ook al kwamen er steeds meer vliegjes uit.'

Het was weer even stil.
En toen:

'Neuh.'
'Dat heb ik nooit zo.'
'Moet je soms ongesteld worden?'

woensdag 8 april 2009

Column Primeur!

Mijn yoga-irritaties verschenen eerder al als blogje op dit weblog, maar hier wilden ze het wel een column noemen. Leuk hè?

dinsdag 7 april 2009

Beetje ongemakkelijk

OK. Ken je die scène uit Sex and the City waarin Carrie een scheetje laat bij Big in bed? Nee? Kijk hier dan eerst even. (Ghehe)

Goed, dan weten we nu zeg maar what kinda fart we're talkin'.
Zo'n scheetje dus, liet iemand (niet ik!) zich in de yogales vandaag ontglippen, middenin een oorverdovende stilte-oefening.

Haha. En toen?

Nou, níemand reageerde er dus op (ik ook niet!)! Geen gegniffel, of een fluisterend 'oeps, pardon'. Ook na de oefening zei niemand iets als 'haha, was jij dat?'

Dat is eigenlijk best raar. Toch?

maandag 6 april 2009

Het monster van Loch Ness

Het is dus altijd een beetje tricky om kinderen op leeftijd te schatten, maar ik denk dat ze een jaar of zes waren. Ze renden achter elkaar aan in het park.
De één riep over zijn schouder naar achteren 'We moeten rennen voor het gevaar!'
De ander versnelde zijn pas en riep terug: 'Jáá!' en daarna: 'wèlk gevaar?'
'Het monster van Loch Ness!'
'Wie is dat?'
'Je móeder!'

vrijdag 3 april 2009

Sylvia Witteman for president

Ongelofelijk, wat kan die vrouw schrijven. Check dit:

'Febo heeft ten onrechte gemeend tussen al die vertrouwde, feestelijk gebronsde paneerprostitutie nu ook een vegetarische kroket achter de raampjes te moeten plaatsen. Een 'Vitaaltje' heet het geelbleke onding, en het smaakt tamelijk precies naar een mengsel van gestolde Brinta en Cup-a-soup champignon.'

Ik bedoel maar.