dinsdag 26 mei 2009

Beste vriend

Mijn gedeelde beste vriend (ik heb er twee) praat over vrouwen als ‘wijven’. Altijd. Soms laat hij boeren in mijn bijzijn, maar nooit scheten. Hij huilt bij Memories. Geen tranen met tuiten en hartstochtelijke uithalen, wel hartverwarmende waterige ogen.

We maakten een wandelingetje en praatten over de liefde en het gebrek daaraan. En waar dat dan aan lag. We kwamen er niet helemaal uit. Over de merkwaardige onrust die je voelt bij het weerzien van een ex. Dat je altijd nog je best doet om te bewijzen dat het goed gaat. Uitstekend zelfs. En dat je ervan baalt als je bij het weerzien niet en passant je beste spijkerbroek draagt. Die je dan zogenaamd toevallig aan had, nonchalant met gympen. Terwijl je heus wel wist dat je kont daar goed in uitkomt. En je ex die gympen mooi vond.

Het werd een mooie wandeling. Ongehinderd door tijd of regen, raakten we in een prettig vacuüm van onze eigen wereld. Schemer werd donker. Straatlantaarns sprongen aan, waardoor de regen zichtbaar werd. We praatten en lachten, keken naar binnen bij verlichte huizen. Het deed me denken aan een stukje van Martin Bril. Als vanzelf keerden we huiswaarts, na we wisten niet hoelang. Alles klopte, het was gezellig.

vrijdag 22 mei 2009

Morilles

Ik kocht een vleestomaat bij de groenteman.
Dat heb je als je single bent en kookt voor slechts jezelf: één vleestomaat volstaat. Ik knoopte er maar een gesprekje bij aan, om ervoor te waken dat het echt wat triest werd allemaal.

Mijn oog viel op een pot met grijze dingen. 'Morilles' - las ik op het etiket. Dat bood mogelijkheden.
Het ging ongeveer zo:

'Wat zijn dat eigenlijk, [Moriejus] - ik gokte op een Franse uitspraak, want meestal pakt dat wel goed uit. (Behalve bij het Friese Joure. Dat is dus gewoon Joure en niet Zjoere. Maar goed.)
'Sjampinjons! Gedroogd!' verduidelijkte de groenteman kort maar krachtig.
'Aha! En hoe eet je die dan?'
'Ja, eh - je moet ze even wèllen hè, dan worden ze groot.'
'Jaja oké' zei ik 'maar dán, eet je ze dan door de pasta ofzo? Waar zijn ze lekker bij?'
Hier was de groenteman niet op berekend. Hij noemde opnieuw het wellen (jajaja dat weten we nu wel. Wellen.) Ondertussen zocht hij wat onzeker de blik van zijn collega. Ik volgde zijn voorbeeld. Al onze hoop was op hem gevestigd.

Het was even stil.

'Ja eeeh, voor door gerechten.' was toen het beste dat hij ons kon geven.
'Jezus nog aan toe' dacht ik. 'Gerechten. WTF.'

Maar ik zei 'jaja. oké.' - en rekende de tomaat af.

woensdag 13 mei 2009

Het naderen van bijltjesdag

'ZO. Dit wordt een kèi-hard jaar voor jullie!' - bulderde mijn aardrijkskundedocent bij aanvang van het schooljaar in 1996. Om zijn statement kracht bij te zetten, kwakte hij twee dikke leerboeken met een flinke dreun op zijn bureau. Ik weet nog precies waar ik zat en wat hij aanhad. Hij droeg een rood overhemd, met een treurig zwart suède giletje, als ware het de outfit van een linedancer, of viroloog - kan ook.

In ieder geval iemand die je niet àl te serieus moet nemen, zou je zeggen. Of verkijk ik me op de linedancers? Hoe dan ook, ik was een snotneus en zijn statement sloeg in als een bom. 'Oh. My. God.' dacht ik. Nu gaan we het krijgen. Het Uur van de Waarheid. To Be Or Not To Be op een soort van bijltjesdag aan het einde van het jaar. Not to be, vreesde ik. Ik zou kèi-hard door de mand vallen en wist zeker dat ik hier niet hoorde, in deze klas. Dit kon ik niet, alles ging héél moeilijk worden!

Natuurlijk ging alles met twee vingers in de neus.

Oké, niet helemaal. Er moest ook wel wat gebeuren. Duitse rijtjes moest je stampen en over wiskundesommen moest je nadenken. Voor geschiedenis zat je weleens tot diep in de nacht te leren. Maar dat kwam dan weer doordat je veel te lang druk was met de Fancy lezen, Heartbreak High kijken, nagels lakken en eindeloos bellen met vriendinnen. Wat dat betreft is er in al die jaren weinig veranderd.

En dat er uberhaupt niet veel verandert, bleek van de week op mijn stage - waarvan het einde langzaam aan in zicht komt. Een collega kwam mijn kamer binnenwandelen. 'En, ben je druk aan het solliciteren?' - toonde hij vriendelijk interesse. Maar hij droeg een rood overhemd (zonder het giletje) en als vanzelf zat ik weer vooraan in de klas, bang voor wat komen gaat. 'Oh. My. God.' dacht ik. Daar ging ik weer.

zondag 10 mei 2009

Domme kronkel

Uit schaamte en misschien ook trots, had ik me eerder voorgenomen deze toch echt wel domme gedachtengang niet nogmaals de wereld in te helpen. Maar lol is samen leuker dan alleen, dus vooruit - ik waagde het erop.

Ik zei van 'hee A., weet je wat ik had?' en reconstrueerde de situatie. 'Ik liep zo richting de parkeergarage hè, maar M. zei 'nee, we staan buiten geparkeerd, de auto is te hoog.' (Het is zo'n Landrover weet je wel. Zo'n jeep waar je in moet klimmen. Zelfs na al die jaren lukt dit me niet met souplesse en nonchalance.)

We reden het terrein af en ik mijmerde nog wat over mogelijke seksie instapopties. We kwamen langs de parkeergarage en onwillekeurig checkte ik of het klopte. Boven de ingang hing een rood-wit gestreepte balk, met daarnaast een rood omrand bord met 1,9m erop. Het klopte.

En toen kwam dus die kronkel. Want wat er was gebeurd als we tòch onder die balk door hadden gereden? Het zou hebben geleid tot tenenkrommend naar geschraap van de balk over het dak. Dit idee vervulde mij mij met verontwaardiging en boosheid. Nog vóór ik het goed had uitgedacht, was het kwaad al geschied. 'Wáárom hangen ze die lat dan ook niet hóger!?'

M. hoonde van 'duh' en hij lachte mij keihard uit. Hoewel de mensheid met die balk dus vredelievender was dan ik dacht, was M. dat overduidelijk niet en stond opslag mijn ego gevaarlijk op de tocht. Nu moest ik snel handelen. Ferm sprak ik M. toe dit voorval nooit aan iemand door te vertellen. Geschrokken van mijn stenge toon - het was menens - onderwierp hij zich aan mij en zwoer het op zijn moeders graf.

Maar mijn eigen milde onbaatzuchtigheid en zelfspot werden duizendmalen meer beloond dan ik ooit had durven dromen, toen ik A. van het voorval vertelde. 'HAHÁ! Dat dacht ik vroeger óók!' schaterde ze, en ze gooide er een flinke schep bovenop: 'Weet je wat ìk zelfs eens gedaan heb!?' riep ze. 'Ik heb zo'n balk wel eens voor iemand omhóóg getild, toen ik er toevallig bij stond en dacht dat hij er niet onderdoor kon!' Wij schaterden en stiekem dacht ik 'Djiieezis, dat is pas ècht dom.'

vrijdag 1 mei 2009

5 jaar getrouwd

R. tegen A.: 'Draag je die trui zo? Ik weet niet, ik vind je altijd net een schildpad als je niks onder die trui aan hebt. Met die ronde hoge hals. Het is mooier met iets eronder.'

A. kust R. 'Vroeger vond je me leuker met niets eronder.'
'Ja schat, dat was vroeger', lacht R.

40 jaar huwelijk

In de trein van Utrecht naar Groningen, ter hoogte van Meppel:

'Ik heb wel zin om zo nog even te winkelen in Assen. Kun jij wel even gaan slapen als je geen zin hebt.'
(...)
'Hm?'
'Shoppen in Assen. Heb je zeker geen zin in.'
'Hm.'

(...)

'Trek je nou je jas aan? Zijn we er al dan?'
'Ja. Zo.'
'Ik heb niks gehoord, hebben ze Assen al omgeroepen? Reageer je daarop?
[Diepe zucht]
'Nee, Wim. Ik reageer púúr op mijn gevóel.'

Koninginnedag

Het begon zoals altijd: uitslapen, rustig ontbijten, drie keer omkleden. Nog even ruiken aan de kleren van gisteren, maar nee dat kon dus echt niet nog een dag. Dan maar geen oranje.

Eenmaal terug in de stad, waren daar weer de oranje Leeuwenhosen, boa's, pruiken en zonnebrillen. Drukte op de knooppunten: Neude, Wed, Dom, Ledig Erf. Meutes mensen die Het Beleefden. Lallende jongens met vette matten. Dunne tienermeisjes die, nog net te nuchter wat onzeker dansten. Of keihard meezongen op nog hardere muziek, daarbij steeds elkaars goedkeuring zoekend.

Na wat geworstel tussen de lijven door, bood het Ledig Erf dat wat we zochten. Het was er druk, maar net niet te. Naald&Kraak prettig aanwezig, maar net niet te. Vrienden een beetje aangeschoten, maar niet irritant straalbezopen. Het bleef wat tam. We schreven het toe aan het drama in Apeldoorn. Eerlijk gezegd was het perfect, de warme zon, het koude bier en niet dat hysterische. Tijd vloog.

De roes was kort dit jaar. Rond achten stroomde de stad weer leeg. De straten bezaaid met platic glazen en kartonnen biertreetjes. Nog een enkele dronken student wankelend plassend in een tijdelijke openlucht-Dixie. De zon zakte en de rust keerde terug. Wel prima dat het weer voorbij was, al had het ook iets weemoedigs.