vrijdag 24 mei 2013

Onze zon

Aan het einde van de dag is onze keuken zonovergoten. Door vier hoge, brede ramen is ze daar en vult ze de ruimte. Overweldigend, in volle glorie en verstillend. Ik hou ervan als ik de eerste ben die binnenkomt, als ik er even alleen mee ben. De zon en ik als bondgenoten. Ik zit er even in, sluit mijn ogen en verwelkom in gedachten wie er aanschuiven, later.

Vandaag was het al voor mij gedaan en was ik degene die aanschoof. Ook mooi. Er stond stokbrood op de gedekte tafel, en wijn. K. roerde in de pan met soep. We spraken weinig, maar tevreden. Ik zeeg nog even neer in de bank, sloot mijn ogen.

De rest druppelde binnen. Met zijn vijven warmden we ons op, aan de zon, aan de wijn, aan onze harmonie en aan de soep. We praatten en tussendoor volgde ik mijn gedachten, benieuwd. Na verloop van tijd vertrokken er twee naar een voorstelling, M. deed de afwas en vertrok naar zijn kamer.

A. en ik zaten samen aan de grote keukentafel. We namen het leven door. A. stond op en droogde de vaat (ik had het goed voor elkaar vanavond). We bespraken onze liefdes, onze vergissingen daarin, en de wijsheid die ons dat gebracht had, waarmee we onze wonden hadden gelikt - die daardoor waren geheeld. Dat dacht ik tenminste, totdat ik zag hoe ze onverwachts getroffen werd. Ik hield haar vast en ze huilde. Heel stil. We gingen zitten en ze dook ineen. Ik suste mijn paniekerige, ongediplomeerde reddingsneigingen en gaf vertrouwen in de toereikendheid van mijn gezelschap. Ik legde mijn hand op haar knie en liet haar huilen. 'Ben je ook nog hier?' vroeg ik zachtjes, want ik was bang dat ze erin oploste - en ik zei dat ze dit niet alleen hoefde te doen. Maar misschien wilde ze het wel even alleen doen juist, want ook zij vertrok.

Nu zat ik alleen aan de keukentafel en ik dacht na over wat ik zou doen. Ik stuurde haar een whatsapp met zoiets van alles is ok en zette thee. Ik wachtte nog een tijdje, voor als ze terug wilde komen. Toen dat niet gebeurde, zette ik de thee voor haar deur en liep ik naar mijn eigen kamer, boven. En toen ik boven was, zag ik door de ramen van de gang hoe de zon was gezakt en feloranje kleurde. Ik stelde me voor hoe ze in onze verlaten keuken scheen, onvoorwaardelijk.