donderdag 18 maart 2010

Lieve vriendin

Speciaal voor mij kookte ze aardappelpuree van echte aardappelen, niet uit een zakje. En extra groente. En verse vis. 
En och, die lieverd. Ze vroeg zich af of het wel mocht dat ze zich zo had verheugd op een nieuwe reeks afleveringen van Over mijn lijk.

zondag 14 maart 2010

Kater

De jongen van wie ik een sigaret bietste droeg een grijs capuchonvest met daar overheen een donkerbruin gestreept blazerjasje. Dit beoordeelde ik als een achterhaalde modegril, al hield ik dat voor mijzelf. We spraken wat volgens de conventies van het flirten, hij lachte om al mijn grapjes en ik voegde me naar mijn Bridget Jones gespeelde klungeligheid. Had mijn mooie jurkje aan, maar vertrouwde hem direct mijn gênant grote schoenmaat toe. (Wat vermoeiend, ik moet hier eens mee ophouden)

De jongen vroeg of ik wat wilde drinken en informeerde naar mijn liefdesleven. Ik voorzag een gesprek waarin we zouden bespreken wat we zochten in een relatie (waarschijnlijk zoiets als 'eerlijkheid' en 'tegengas' -of, erger nog: 'een maatje') en bedacht dat we gemakkelijk het spel zouden kunnen spelen, waarin we elkaar voorhielden hoe bijzonder het was dat we juist diezelfde dingen in een relatie zochten. We zouden elkaar veelbetekenend aankijken, zoenen en telefoonnummers uitwisselen, daten. En van koetjes komen kalfjes.

Ondertussen sprak de jongen van 'zijn ding doen' en elke vraag die ik hem stelde herhaalde hij bedachtzaam voordat hij hem beantwoordde. Alsof ik echt zulke interessante vragen stelde. Ik voelde mijn cynisme groeien en besloot dat de aardige jongen dit helemaal niet verdiende. 

Ik nam afscheid met drie zoenen en een kneepje in de bovenarm. Trok mijn jas aan en fietste de kou in.

En toen ik thuis kwam, lodderig en slordig, stinkend naar rook - werd ik treurig van deze gang van zaken, want dit was allemaal zo makkelijk, maar hoe zat het nou met De Echte Liefde? Vervolgens e-mailde ik een ongecensureerde liefdesverklaring naar een uitdovende vakantiefling, waar ik tegelijkertijd met groots gebaar afscheid van nam. Alsof dat er niet allang was ingeslopen.

zaterdag 13 maart 2010

Bellen met mama

Heeee hoe is het?
- Ze zijn hier bomen aan het kappen.
Oh wat erg.
- Ja hè.
Wat eet je?
- Linesse mueslireep met appel. Dat klinkt alsof je er niet dik van wordt.
Oh. Hee ik kom misschien morgen even langs.
- Is goed schat, gezellig.
Okee, dooee.
- Dooee.

zondag 7 maart 2010

Hij staat erop!

Heerlijk weer, dachten we. Maar tering wat was het koud!
Na eindeloos klappertandend struinen, omwegen om maar in de zon te kunnen blijven lopen, gesteun en geklaag over hoe verschrikkelijk koud het toch nog was en hoe misleidend die zon ons toescheen - werd het tijd om even op te warmen.

J. en ik streken neer in een hip café, waar ik heel onhip nog informeerde of ze ook verse muntthee schonken (ik bedoel duh). Met tosti's op schoot kwamen we eindelijk toe aan de betere gesprekken.
(...) 'dus ik was toen in Nijmegen, en het is ècht heel mooi daar, heel mooie natuur - ik wil daar echt eens gaan fietsen met de racefiets' zei J. 

- waarop ik keihard geconfronteerd werd met mijn sportarme bestaan, dus ik praatte mijzelf moed in en herhaalde voor de achtduizendste keer dat ik ook echt graag een racefiets wil gaan kopen. 'Ja dat is echt leuk', vervolgde J. enthousiast: 'het is zo mooi fietsen daar langs deee - shit, wat is het? Rijn?' - oeh, nóg een pijnlijke confrontatie - voor ons beiden gelukkig. Wij tuurden een tijdje zwijgend voor ons uit, terwijl het gehele café afkeurend was stilgevallen en er slechts een krekel klonk, of twee.

'Nee, wacht - de Waal, van de Waalkade!' Opgelucht, haalden wij adem en hervatten De Mensen hun gesprekken.

Nog bijkomend van dit op de valreep herstelde gat in onze algemene ontwikkeling (en deuk in ons intellectuele imago), vroeg J. zich af wie haar in Godsnaam zou bellen als hulplijn van Lotto Weekend Miljonairs - waarop ik mij heel hard verslikte. En in heel dat freakin' hippe café bekommerde niemand zich om ons.