zaterdag 23 april 2011

Weer thuis

De treinreis duurde lang, want door werkzaamheden maakte ik een omweg. Het was al laat, maar de zon stond nog hoog en scheen in mijn gezicht. Warm en stil - ik dommelde weg. Toen ik wakker werd zag ik Olst, Wijhe, Meppel, Beilen. Ik zag een man aan een weiland weggetje tegen een boom zitten leunen, drinkend uit een bidon. Zijn fiets een eindje verderop. Alles groen en helder.

Het meisje tegenover mij sliep mooi. Veel mooier dan ik denk ik. Mijn hoofd knikt als ik slaap en soms valt mijn mond open. Haar hoofd knikte niet en het was bijna alsof ze zacht glimlachte. Ze droeg een mooie zomerjurk en over haar gezicht danste de zon met steeds nieuwe schaduwen.

Vlak voor Wijhe dronk een man aan de tuintafel onder het afdakje van het nieuwbouwhuis een flesje bier. Op tafel een flink glas rosé. Ook daar de zon in. Zijn vrouw deed de moestuin. Witte grote lakens aan de waslijn. Ik vroeg me af hoe alle andere dagen in en om dit huis eruit zagen. Zouden deze mensen na weer een werkdag werkelijk gelukkig hun oprit oprijden, van het huis met dakkapel en zandkleurige bakstenen - aan het spoor in Wijhe? Ook in november? Niet aan denken.

In Meppel zag ik hoe een oude man een vrouw van middelbare leeftijd ontving. Hun omhelzing was vol aandacht. Ze gebruikten geen woorden en namen de tijd. Een zoen op de ene wang. Oogcontact. Zijn stralende blik en brede grijns. Terug in de omhelzing en daarna een zoen op de andere wang. De trein trok langzaam op.

En nog een paar stations en een kleine busreis verder - was daar ook mijn ontvangst. A. met de hond. Ook bij ons knuffels en zoenen. De hond lyrisch, ik onhandig. Ik raakte verstrikt in zijn riem. We liepen naar huis, waar ik bij het tuinhek mijn neefje zag. Met dikke spekbenen, bolle wangen, blote billen, zijn ronde buik naar voren. Grote blauwe ogen, verlegen. In mijn hart voelde ik de zon, de rustende man tegen de boom,  het mooi slapende meisje, de zon in het glas in Wijhe, de eindeloze omhelzing en weer de zon. Allemaal tegelijk.

1 opmerking:

Maarten zei

Doet me ergens denken aan 'Per spoor' van Guus Meeuwis.