vrijdag 9 mei 2008

De meisjes van het corps

Het komt doordat ik na een reeds afgeronde studie nóg een studie wilde doen. Ondanks een groot aantal vrijstellingen, ontkwam ik niet aan een aantal eerstejaars vakken.

Soms is dat best alleen. Dat geeft niet, want Het Studentenleven in een inmiddels vertrouwde stad dient niet meer tot het maken van nieuwe vrienden. Hoewel er altijd ruimte is voor nieuwe leuke mensen, was de noodzaak er tegen het einde van het eerste jaar wel af. Het ging gemakkelijk: ik ging roeien en kwam terecht in een leuke roeiploeg. Het begin was gemaakt en de rest ging natuurlijk. Gaandeweg kwamen er nieuwe mensen bij, hier en daar verwaterde wat, een aantal vriendschappen verdiepten zich. Zo gaat dat.

Voor de nèt feut-af meisjes van het corps ligt het wat ingewikkelder. Want voor de status van het lid zijn – een achting die in het eerste jaar onmogelijk relativeerbaar is, betalen zij een hoge prijs. Het is nú dat zij tegen het einde van hun eerste jaar aanlopen. En dus wordt de balans opgemaakt. Hoe prominent is de jaarclub in de vereniging? Wie kent de meeste mensen? Wie kan het hardste feesten? Wie krijgt de leukste jongens? Wie is het knapst? Wie heeft het het drukst? Wie spreekt het corpsjargon het vloeiendst?

Schorre, brakke jonge meisjes pronken tijden de pauze van het college op vrijdag met hun connecties en de commissies waarvoor zij zijn gevraagd. De één kwam vannacht na een hilárische avond in de Woo nóg later thuis dan de ander. Ze weten inmiddels: het feestje waar zij waren, was nóóit saai of mwah of wel okee, maar áltijd hilarisch/ fantastisch/ mooi. Het móet genoemd, maar wel met nonchalante onverschilligheid. De onderhuidse spanning en concurrentie die aan deze praat ten grondslag ligt is pijnlijk voelbaar. ‘Waarom hebben ze míj niet voor de gebouw-co gevraagd?’ – zie ik Pis in de rij voor mij denken, terwijl Pien ernaast haar verhaal doet (want zo noemen Fleur en Philepine elkaar. Zoals het de meisjes van De Club betaamt).

Ik heb te doen met Pis. Maar het komt nog wel. Want ook (juíst!) bij het corps maak je vrienden voor het leven. Toch?

Geen opmerkingen: